Persbericht
Toekomst van arbeid, toekomst van arbeidsrecht
De wereld van werk is in de greep van een revolutie die algemeen doorgaat voor ‘Werk 4.0’. Ze wordt omschreven als de grootste omwenteling voor arbeid sinds de eerste industriële revolutie. Manieren van werken wijzigen ingrijpend, en mede door de COVID-19 crisis, alleen nog maar sneller. Het nieuwe normaal zorgt voor verandering van werken, organisaties, diensten, verwachtingen en vooral ook technologie. Behalve dat digitalisering en automatisering tot andere werkzaamheden leiden en menselijke activiteiten overnemen, passen organisaties hun systemen ook aan op het thuiswerken. Hierdoor zoeken organisaties naar nieuwe vaardigheden bij medewerkers. Mensen in organisaties vragen op hun beurt om meer flexibiliteit, een ander evenwicht tussen werk en privé, voldoende leermogelijkheden en ook een andere vorm van leiderschap.
Maar wat betekenen al deze veranderingen voor de juridische organisatie van arbeid? Als de toekomst van arbeid verandert, wat wordt dan de toekomst van arbeidsregulering? Aan deze kernvraag poogt het wetenschappelijke artikel ‘Toekomst van arbeid, toekomst van arbeidsrecht’ van prof. dr. M. de Vos, hoogleraar Belgisch, Europees en internationaal arbeidsrecht aan de Universiteit van Gent, de Vrije Universiteit Brussel en Curtin University, een aanzet te geven.
Dit artikel is eerder in het vaktijdschrift Arbeidsrechtelijke Annotaties (ArA) verschenen dat gepubliceerd wordt door Boom-uitgevers in Den Haag en is nu in de Curaçaose context weer actueel geworden, mede in het licht van de discussies die momenteel worden gevoerd in de SER over modernisering van het in het Burgerlijk Wetboek opgenomen arbeidsovereenkomstenrecht.
Bovendien is ‘toekomst van arbeid’ een belangrijke maatschappelijke kwestie die de SER in 2018 aanhangig heeft gemaakt naast ‘betekenisvol werk’.
Over transformatie van werk op Curaçao overweegt de SER binnenkort een webinar te organiseren
Voor het artikel ‘Toekomst van arbeid, toekomst van arbeidsrecht’ klik hier.