Persbericht

SER adviseert over minimumloon per 1 januari 2026

Willemstad, 22 december 2025 — De Sociaal-Economische Raad (SER) heeft maandag advies uitgebracht aan de minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW) Charetti America-Francisca over de voorgenomen aanpassing van het wettelijk minimumloon per 1 januari 2026. Het gaat om een jaarlijkse vaststelling die, op grond van de Landsverordening minimumlonen, plaatsvindt na raadpleging van de SER.

Het voorstel van de minister voorziet in een indexering van het bruto minimumuurloon met 1,8 procent, gebaseerd op het twaalfmaands voortschrijdend gemiddelde van de consumentenprijsindex (CPI) tot en met augustus 2025. Met deze methode wordt aangesloten bij de gemiddelde prijsontwikkeling over een langere periode, in plaats van bij kortetermijnschommelingen. In concrete termen zou het bruto minimumuurloon per 1 januari 2026 stijgen van Cg. 11,72 naar Cg. 11,93. Omgerekend naar een volledige werkmaand resulteert dit in een bruto minimummaandloon van Cg. 2.066,28.

Bijzonder aan dit advies is het uitzonderlijk korte tijdpad. De SER ontving het formele adviesverzoek pas op 15 december, terwijl de beoogde ingangsdatum al op 1 januari 2026 ligt. Dat liet nauwelijks ruimte voor het gebruikelijke traject van consultatie met sociale partners en externe deskundigen, dat normaliter deel uitmaakt van de advisering over ingrijpende sociaaleconomische maatregelen.

Om onder deze omstandigheden toch tot een zorgvuldig en controleerbaar advies te komen, heeft de raad zijn analyse langs meerdere invalshoeken opgebouwd. Het voorstel is allereerst getoetst aan het juridisch kader van de Landsverordening minimumlonen, met aandacht voor de bedoeling van de wetgever en de eisen die volgen uit rechtszekerheid en transparantie. Daarnaast is het voorstel geplaatst in de sociaaleconomische context van Curaçao, waarbij gebruik is gemaakt van beschikbare gegevens over prijsontwikkeling, inkomens, arbeidsmarktstructuur en sectoren waarin het minimumloon een bepalende rol speelt.

Ook de beleidsmatige en economische onderbouwing van de ontwerpregeling is kritisch bezien. Daarbij heeft de SER gekeken naar de consistentie van de cijfers in de toelichting, de aannames over het aantal werknemers dat door de indexering wordt geraakt en de presentatie van de verwachte effecten. In dat verband is tevens de door het ministerie van Economische Ontwikkeling uitgevoerde macro-economische impactanalyse, gebaseerd op het Curalyse-model, betrokken bij de weging, met oog voor zowel de inzichten als de beperkingen van modelmatige ramingen.

De raad heeft in het advies expliciet verantwoord hoe de oordeelsvorming tot stand is gekomen binnen het korte tijdsbestek. De analyse is gebaseerd op systematische literatuurstudie en aanvullend deskresearch. Afzonderlijke consultaties met sociale partners en externe deskundigen konden binnen de beschikbare termijn niet op een wijze worden ingericht die aan de gebruikelijke zorgvuldigheidsnormen voldoet.

Share